Lady Tena
Een tijd geleden werd ik als coach ingehuurd voor een mediationtraject bij een bestuur van een niet nader te noemen organisatie. De heren in kwestie gingen rollebollend met elkaar over straat. Het elkaar afserveren in de media was aan de orde van de dag en er waren al twee mannen ‘van statuur’, zoals de beller het noemde, bij geweest om ‘de zaak’ op te lossen. Maar helaas zonder succes. De kwestie zat muurvast. Of ik een poging wilde wagen? ‘Maar na twee pogingen, is het dan niet beter om er mee op te houden?’ vroeg ik. ‘Laat de boel gewoon knallen en tuig een nieuw bestuur op.’ ‘Zo simpel ligt het niet,’ zei de beller. ‘Er hangt veel vanaf. En wij denken dat jij het wel kunt. Echt, jij bent ons laatste redmiddel.’ Ik rolde met mijn ogen, wat je niet kunt zien door de telefoon, en dacht: wat hangt er dan vanaf? Levens? Of gaat er dan oorlog komen? Zal toch niet? Nu hou ik wel van een uitdaging en ben ik, vanwege een regelmatig opspelend redderssyndroom, niet ongevoelig voor de woorden ‘jij bent ons laatste redmiddel’. Dus na zogenaamd diep zuchten vertrok ik naar het hoge noorden om van alle heren in kwestie hun versie van de werkelijkheid te horen. Ik had een hele dag uitgetrokken en mijn kekke doch strenge pakje aangetrokken met de onderliggende boodschap ‘met mij valt niet te sollen’. Maar ik was Nijmegen nog niet uit of daar begon het gelazer al. Er trok zich langzaam een hitte omhoog, pareltjes zweet verschenen op mijn voorhoofd en ik voelde het water via mijn oksels naar mijn middel lopen. Shit. Ik draaide de aanjager op standje 10 en pufte dat het een lieve lust was. Het zou toch niet zo'n dag worden? Niet nu. Niet nu ik onberispelijk, vriendelijk doch enigszins onderkoeld, moest gaan overkomen? Ik depte, met één hand aan het stuur, met zakdoekjes de stroom opvliegers weg tot de afslag Haren. Maar eenmaal uitgestapt, voelde ik niet alleen het water stromen maar ook het bloed in golven dwars door het Tena lady inlegkruisje. Lady Tena trok het niet meer. Het was weer zover! De dijken waren doorgebroken. Mijn baarmoeder had, wederom zonder overleg, besloten schoonschip te maken. Met samengeknepen billen rende ik op mijn hoge hakken naar het hotel en vluchtte het damestoilet in. In de spiegel zag ik dat er zich een rode vlek, ter grootte van een ontbijtbordje, had gevormd op de achterkant van mijn jurkje. Ik blokkeerde de deur, trok alles uit en probeerde, zo goed en zo kwaad als dat ging, de kleren uit te spoelen. Nu hebben ze in de hoteltoiletten tegenwoordig van die krachtige blowers. Dus binnen no time had ik slip, panty en jurk uitgespoeld en halfdroog. Met nog tien minuten te gaan, sjorde ik mij in de klamme kleren, viste een verse lady Tena uit de tas, gooide water over de verhitte wangen, stiftte de lippen rood en zette mijn zakelijke blik op. Ik knarste tegen de spiegel. ‘De onberekenbare overgang’ zou mij er vandaag niet onder krijgen. De dood of de gladiolen! In de gehuurde ruimte plaatste ik mijn stoel zodanig dat ik de heren achterstevoren mee naar binnen kon nemen. Vandaag geen blikken op de klamme billen. Voor de zekerheid had ik nog een absorberend kussentje (uit mijn auto) op mijn stoel gelegd, mocht Tena Lady de tsunami niet kunnen weerstaan. Zo, ik was tot de tanden toe gewapend. Het eerste individuele gesprek kon beginnen. In de gesprekken stelde ik vragen en trachtte, zoals een coach betaamt, oordeelsvrij te luisteren naar de aardige en beleefde heren. Langzaam vormde zich een helder beeld van een aaneenschakeling van miscommunicatie, vastgelopen zich herhalende patronen en als bitter toetje een zevental gekrenkte ego’s. Tussen de individuele gesprekken zat gelukkig tijd voor inlegkruizenwissels, controle rondjes en koude kompressenbehandelingen. So far so good. Na alle gesprekken was er een time-out waarin ik aan de slag ging. Op een flap tekende ik de onderlinge relaties, overtuigingen en patronen en op welk niveau volgens mij de problemen waren ontstaan. De heren konden binnenkomen. Tijd voor uitleg en het finale gesprek. De zweetdruppels op mijn voorhoofd vielen nu in het niet bij het zweet op de hoofden van de heren. Het was spannend. Tussendoor een raampje openen, een volkomen logisch gebaar. Wonderwel zagen ze wat er aan de hand was. Ze knikten, durfden voorzichtig met de billen bloot en te luisterden naar elkaars werkelijkheden. Gaandeweg ontstond er een nieuw en eerlijker verhaal. Aan het einde van de middag werden handen geschud, excuses gemaakt: ‘Laten we een biertje samen drinken. Het was nooit de bedoeling dat….’ Ik klopte hier en daar op een schouder en maakte mij achterstevoren uit de voeten. In de auto schopte ik mijn hakken uit en zette lady Tena naast mij op de passagiersstoel. Ik keek haar nog eens aan. Het was goddank weer gelukt. Een paar liter lichter maar trots op mijzelf. Op de terugweg knalde André Hazes uit de boxen over iets met ‘Bloed, zweet en tranen’ en ik blèrde opgelucht mee. |
Copyright © JulianHartman 2021